Vanuit de koude a
vond rillerig binnenlopen met de typisch kruidige herfstgeur in mijn haren. De warmte van het huis begroet mij en reikt verder dan mijn huid. Flakkerende waxinelichtjes op tafel brengen met hun warme geur een gevoel naar boven. Heimwee. De fonkeling van rode wijn in hoge glazen, de vertrouwde klanken van barokmuziek, warme tikkende radiatoren. In de stilte van de muziek is alleen het snorren van de poes te horen en af en toe een bladzijde die wordt omgeslagen.

Het is een prachtig heimwee.
Het woord heeft de juiste lading omdat het geen verdriet is om wat was of een verlangen naar wat er nog niet is. Mijn innig tevreden zijn met het tastbare nu. De zucht van het thuiskomen bij mezelf. Het is een krachtig heimwee. Mijn kracht, het altijd en overal oproepbare gevoel wat er ook komt en gaat. En het bewust worden daarvan, op weg naar een volgend prachtig nu.