Gisteren met mijn koor Fluent om de keukentafel gezeten. Er was gemor in de wandelgangen. Het was voelbaar spannend voor een groot aantal om zo met elkaar om de tafel te gaan zitten. Dat is eng als je mag zeggen wat je vindt en denkt en voelt….
Met heel veel luisteren is de knoop ontward !
Als schatgraver ging ik op zoek naar het goud onder het gemor. Het ging vooral om het onderscheid: het repertoire zint me niet en het repertoire is zo moeilijk. Belangrijk onderscheid want het repertoire is niet veranderd de afgelopen tijd. De stukken die we ons eigen hebben gemaakt vinden we mooi, de stukken die we aan het instuderen zijn (nog) niet. Dat is overigens een bekend fenomeen bij koren. Trouwens, in het hele leven. We willen vooral wat we al kennen. Nieuw is niet-vertrouwd. En daar ligt het verschil want het ingestudeerde repertoire verschilt niet van waar we mee bezig zijn. Dat was wel een openbaring voor de meesten. Een nieuw stuk is nog niet vertrouwd.
Vertrouwen
Nog belangrijker is het vertrouwen hebben dat het goed komt. Het komt niet vanzelf maar het komt goed. Het stuk en de componist hebben tijd nodig om begrepen te worden om ermee vertrouwd te raken. Daarnaast kan iedereen een muziekvoorstel doen ook al heb ik het koor geformeerd rond het repertoire wat ik graag wil uitvoeren. Ik mag dan eigenwijs zijn (blijf dat vooral, werd er beaamt) ik ben niet onbenaderbaar. Dirigent, geen dictator. Leider en vooral volger en luisteraar.
En de mooiste schat is natuurlijk al luisterend ontdekken dat het vooral betrokkenheid is die ons drijft.
Opperste concentratie
Direct gevolg van het klaren van de lucht was een lange, intensieve repetitie. Prachtige muziek maken in opperste concentratie vanuit de verbinding die telkens weer voor de noten uit gaat.