
Fietspad
Beelddenkers op jonge leeftijd vatten veel dingen letterlijk op. Taal is al niet ons ding maar dan zijn er ook nog eens spreekwoorden en gezegdes. We gebruiken ze te pas en te onpas. De betekenis is bijna altijd figuurlijk. In Dan komt de Aap uit de mouw elke week de betekenis en oorsprong van een spreekwoord of gezegde.
‘Buitenbeentje’
Mijn cliëntjes zijn vaak de zogenaamde buitenbeentjes in de klas en in de groep. En dat is precies wat ze niet willen. Vooral niet opvallen. Niet anders willen zijn. Ten koste van jezelf aanpassen aan de groep. Als ze eenmaal hun talent ontdekken en toch de aansluiting behouden zijn ze vaak wel trots op het feit dat ze een beetje een buitenbeentje zijn, niet beter of slechter, maar gewoon anders.
Betekenis
Een buitenbeentje is iemand die door zijn uiterlijk, gedrag of denkbeelden afwijkt van zijn omgeving. Zonderling. Een aparte. Bijzonder. Iemand die zich, vaak positief, van de groep onderscheidt. Een buitenstaander, niet tot de eigen kring behorend.
Oorsprong
Buitenbeentje verwijst naar een zogenaamd ‘onecht’ kind. Buitenbeens wordt in de schaatssport nog steeds gebruikt, het pootje-over gaan in de bocht. De betekenis ontwikkeling van buitenbeentje verliep van ‘onecht kind’ via ‘niet in de eigen kring (vaak de familie) passend persoon’ via ‘buitenstaander’ en ‘zonderling’ naar het zich positief onderscheiden binnen een groep.