
Fietspad
Beelddenkers op jonge leeftijd vatten veel dingen letterlijk op. Taal is al niet ons ding maar dan zijn er ook nog eens spreekwoorden en gezegdes. We gebruiken ze te pas en te onpas. De betekenis is bijna altijd figuurlijk. In Dan komt de Aap uit de mouw elke week de betekenis en oorsprong van een spreekwoord of gezegde.
‘Een kniesoor die daarop let.’
Als ik de uitdrukking gebruik is het in de zin vanuit het oordelen dat iemand in mijn ogen wel een heel erge muggenzifter is. Lekker belangrijk dat ene foutje. Het woord kniesoor vinden ze altijd prachtig. In onze familie een veel gebruikte opmerking.
Betekenis
Iemand die daarover valt is een zeur. Een kniesoor is een chagrijn, een onaangenaam mens. Zuurpruim, pessimist. Iemand die voortdurend kniest; kwijnen, piekeren, brommen. Een kniesoor is een zuurtje. Het woord ‘oor’ komt vaker in negatieve betekenis voor; domoor, druiloor.
Oorsprong
Cniesen ‘plagen, uitschelden, kwellen. Zich beklagen; ick knijs van dubbel-spijt (1635)