Heb je er wel eens bij stilgestaan dat de beelddenker(s) in het gezin en in de klas ook in beelden voelen? Een andere invalshoek.
Het maakt ons ongrijpbaar. Een verklaring waarom het geliefde passende labeltje niet is te vinden. De beelddenker bestaat niet. Vaak zijn we sensitief, hoogbegaafd. Vaak met een hoge emotionele intelligentie. Altijd met visueel ruimtelijk talent. Soms dyslectisch, soms met dyscalculie. Soms heeft ons clowneske gedrag iets ADHD-achtigs. En ga zo maar door.
Eigenlijk zijn we gewoon te visueel veelzijdig voor een eensluidend labeltje. Daarmee zou je ons beperken bovendien. Het vernauwt de mogelijkheden. Als we niet uitkijken worden we ons label.
Wat als eerste begrepen wordt, het visuele talent, krijgt bij beelddenkers vooral de aandacht. Logisch, daar kunnen we ons iets bij voorstellen. Maar met dat visueel ruimtelijke talent kom bijna automatisch onze iets andere bedrading waarmee we feilloos emoties en gevoelens van anderen op pikken. En ook dat, of misschien wel juist dat, komt in levendige beelden binnen. Gevoel en emotie worden in het algemeen onderbelicht maar zijn van belang om ons beter te begrijpen. Emotie zie ik hier dan als een vooral lichamelijke reactie. Gevoel ligt dichter bij onze intuïtie, overstijgt emotie en verstand.
We denken in beelden en dus voelen we ook in beelden. Dat maakt het tot een heftig en vaak onbegrepen talent. Een van de vele kanten van een beelddenker. De typische, ik zou haast zeggen; visuele hoogsensitiviteit bij ons betekent een groter, ruimer en ik elk geval heftiger bewustzijn van alles. Geen wonder dat we niet altijd meegaan in jouw verhaal en dat we de tijd nemen om te reageren, soms op onverwachte, sociaal onwenselijke momenten.
De niet beelddenker ‘voelt’ met een Zoomlens, gericht op 1 punt en kan naar believen in en uitzoomen. Wij ‘voelen’ alsof we kijken door een Fisheye lens, het hele plaatje komt in één keer binnen, van alle kanten. Beeldende gedachten en emoties zijn bij ons bijna niet van elkaar te scheiden. Het maakt ons ook, voor de omgeving, enigszins eigenwijs om dat we heel goed begrijpen hoe anderen onze emoties willen beïnvloeden. En als we eenmaal weten hoe we in elkaar steken zijn we ons sterker dan een ander bewust van het feit dat zo’n 90 % van de gedachten, gevoelens en emoties die we op een dag hebben niet van onszelf zijn. We ‘krijgen’ ze van anderen om ons heen. En daarmee worden we steeds kieskeuriger in wat we wel willen voelen, wat van onszelf is. Dan worden we zuinig op de eigen 10%. Zijn we in onze regiekamer bezig de beeldenstroom te selecteren op wat we wel en niet willen zien en dus wat we wel en niet willen voelen en wanneer en vooral ook, waarom. Lang niet altijd zijn we in staat ons gevoel goed, in begrijpelijke, laat staan juist gespelde taal weer te geven maar weten we precies hoe ons gevoel er uit ziet.
Als je daar over na wilt denken, geeft dat een andere kijk op het zichtbare gedrag; hij lijkt in jouw ogen misschien niet geconcentreerd, of afwezig, niet alert, hij lijkt in jouw ogen ‘alleen maar’ te dagdromen en niet snel genoeg te antwoorden. Hij lijkt impulsief en niet te motiveren. Hij lijkt overgevoelig en te emotioneel. Maar stel je dan eens voor dat je met je partner in een bioscoop zit. Er draait een waanzinnig heftige 3d film met het projectiescherm aan alle kanten om je heen. Je zit er helemaal in. Op het hoogtepunt van het verhaal, als de spanning bijna niet meer te houden is, de muziek oorverdovend mooi, vraagt de ander aan je of je nog langs de stomerij bent geweest…..
Precies. Dat bedoel ik. Zo ongeveer.
*****
Op 24 december verschijn hier weer een nieuw kerstverhaal.
*****