Schoolschrijven
Lussen en slingers, golven en krullen. Het danste voor mijn ogen. Vlekken en strepen tussen veel te krappe lijntjes. Het lukte me niet. Wat viel dat tegen. Mocht ik eindelijk naar de Grote School moest ik onzinnige dingen krabbelen in een schriftje.
Geheugen
Dat het mogelijk zou kunnen zijn dat we meer weten dan we weten. Dat het geheugen ruimer en groter zou kunnen zijn dan ons altijd is voorgelogen. Het houdt me sinds kort bezig. Bewust en onbewust. Terwijl ik ondertussen gewoon doe wat ik altijd doe. Een nieuwe onderstroom in beeld. Het prikkelt al mijn zintuigen. Het verruimt mijn geheugen. Dat is nodig, niet altijd fijn.
Lezen
Door een gesprek met een moeder over het absoluut niet meer willen lezen van haar zoon was ik terug in de tijd. Ik zag weer de tekeningetjes voor mijn ogen dansen op het witte papier met de in elkaar overlopende blauwe lijntjes en hier en daar een spikkeltje in het blad. In het grijsgroene lokaal met de oude hoge ramen de gebarsten geelwitte tegels op de vloer met de donkergrijze voegen. In het kasteel in mijn hoofd, wat ik daar zelf geplaatst heb om alles te kunnen leren en onthouden, ontdekte ik nieuwe kamers. Ik ging ze nog niet allemaal binnen. Sommige leken stoffig en donker maar eentje hield stralend zijn deur open.
School
De kriebelige poppetjes op het slappe koord moesten we zo goed mogelijk natekenen. De bruine tafeltjes kaarsrecht achter elkaar. Bij mij zaten overal krassen en tekeningen op het tafelblad. De zwarte pennengleuf maar nooit een pen of potlood kunnen vinden tussen de papiertjes, veelsoortige paperclips, stukjes hout en een kastanje. Het ingebouwde inktpotje, met schuifdeksel, zonder inkt. Daar huisde bijna dagelijks een kever, tor of lieveheersbeestje met wat gras en blaadjes tot het hek weer open ging.
Het lukte me niet om welk tekeningetje dan ook goed na te tekenen. Ik was wel lief maar moest beter mijn best doen dan zou het wel lukken. Waarom moest ik die verrotte slingertjes en draadjes natekenen?
Tot iemand halverwege de eerste klas (nu groep 3) zei dat dat gekriebel, letters waren.
Dat ik dan zou kunnen lezen!
Mijn oudoom nam me altijd mee op avontuur in het bos. Hij en zijn honden leerden me veel van wat ik nu nog weet, leren deed ik nu eenmaal niet op school. Hij had het allemaal eens aangehoord en bekeken. Op een dag las hij me weer voor. Stopte midden in het verhaal en tekende op papier dezelfde kriebelige hanepotige schetsjes als op school. “Dit zijn dezelfde letters als in dit boek”. Hij had mijn aandacht. Dat gepruts met een pen op papier was hetzelfde als de mooie tekens in het boek? Dat schuine geklieder, kon dat hetzelfde zijn als de rustige rechte lijnen in het verhaal?
Tekenen
De volgende keer dat ik bij hem was gingen we ondanks het stralende weer niet naar buiten. Hij had zijn voorleesboek op tafel gelegd. En papier en potloden. Hij wees met zijn vinger iets aan en tekende dat na. De drukletter a. Of ik dat ook wilde doen. Met enige moeite tekende ik het na. En zo alle letters van het alfabet. Mijn wangen rood, zweet op mijn voorhoofd. “Zo”, zei hij, “nu weet je alle letters van het alfabet. Alle letters waarmee dit boek is geschreven.” Het leek in niets op de krullen en slingers van de juf op bord. Het had niets van de spinnen tussen de elektriciteitsdraden in mijn schrift. Ik leerde boekenletters. En dat snapte ik.
Honger
Er ging een wereld voor mij open. Binnen een week kon ik mijn eerste zinnen lezen. Vloeiend. Niet dat iemand het opmerkte. Ik liep immers ver achter. En schrijven is nooit wat geworden. Het kon mij niets schelen. Ik las alleen nog maar, steeds beter, steeds meer, tot er op school en thuis geen boeken meer geschikt voor mij waren. Gelukkig, tegen de regels in, mocht ik extra boeken halen uit de bieb, zolang ze maar enigszins binnen een bepaalde leeftijdscategorie vielen. Van daaruit kregen de ‘giftige zwarte bolletjes aan een waslijn’ ook betekenis en vielen samen met de woorden eronder. Mijn honger was niet meer te stillen en ik mocht buiten school naar muziekles. En ook daar leerde ik snel en veel.
Ik had, nog onbewust, de basis gevonden voor mijn manier van leren; de drukletters, de muzieknoten en de beelden. Mijn eigen manier in mijn eigen tempo. Het is een mooie reis, de weg terug.