Beelddenker en ik ben maar een moeder, wat weet ik nou helemaal?

Tijgermoeders

Noodgeval

“Zij zullen het wel het beste weten wat er fout is aan mijn kind, toch? Ik ben maar een moeder, zonder werk, wat weet ik nou helemaal?!” Ik zat al op de fiets. Soms is onmiddellijke actie nodig. Maar ik kan u helemaal niet betalen, had ze nog gezegd. Dat was even niet belangrijk. Ze liet me binnen met een betraand gezicht en met een zucht van opluchting. Haar kleine huisje in het buitengebied was ingericht met warme kleuren. De houtkachel rook naar eikenhout. De vloer bezaaid met lego. Met een kop koffie zetten we ons voor het raam met uitzicht op een weiland met koeien. 

“Sorry dat ik u hier mee lastig val”, begon ze haar verhaal. “Ik wist het echt even niet meer. Maar toen zei een moeder op school die ik eigenlijk helemaal niet ken dat ik u maar eens moest bellen. Weet u, ik heb al zoveel gesprekken gehad op school. Nu zeiden ze dat ze lijsten hadden ingevuld en dat ze toch wel vonden dat hij autistisch was.” Ze lachte schamper. “Ik heb alleen maar geknikt. Heb het later op moeten zoeken. Wist niet eens wat ze bedoelden. Dat kan ik dan weer wel. Iets opzoeken op mijn koeien in de mistlaptop. Ik dacht als er iets belangrijk is dan is dat het wel. Dat we internet hebben en een goede laptop. Hij kan al zoveel dingen niet omdat ik weinig geld heb. Alles heb ik er over gelezen, voor zover ik het begreep dan. Ik dacht steeds; dit gaat helemaal niet over mijn kind.”

Ze keek met een frons in haar voorhoofd naar buiten. 

“U bent moeder. U weet veel meer dan u weet.” Ze peilde mijn woorden in de blik in mijn ogen. “In de gesprekken zijn waarschijnlijk nog meer moeilijke termen gevallen?” Ze knikte. “Ja, ze roepen voortdurend iets wat er fout zou zijn aan hem.”

“ADHD?”

birds in a cage“Ja”, riep ze, “dat zeiden ze ook maar ik kon het niet opzoeken want ik wist de letters niet meer. Ik haal de letters nogal eens door elkaar. Dat heeft hij van mij, denk ik.”

“Dyslexie?”

“Ja”, schoot ze weer overeind. “Ze hadden daar een ‘vermoeden’ over of zo.” Afwezig nam ze een slok koffie. De koeien buiten leken te zweven boven de mist. “Ik durf het op school niet te zeggen want ja, zij zullen het wel weten denk ik dan. Maar volgens mij is er echt niet zoveel mis met mijn kind.” De tranen stroomden weer. “Toch?”

“Waar is hij goed in?”

“Dat heeft nog nooit iemand gevraagd”, zei ze met een verbaasde uitdrukking op haar gezicht. “Nou, hij is erg goed met plantjes. We verbouwen onze eigen groente. Daar is hij ook zo trouw in. Weet alle namen ook van kruiden. Bomen kent hij allemaal. Dat heb ik hem niet geleerd hoor.” Ze pakte een dik fotoalbum. Keurig gesorteerd en van namen voorzien zaten er gedroogde blaadjes in, seedstakjes, kruiden, bloemen, stukjes schors. In het rommelig handschrift stond zelfs hier en daar de soortnaam erbij in een fonetisch latijn. “Van mijn zus heeft hij technisch lego gekregen”, ging ze verder, “haar kinderen zijn al wat ouder. Daar bouwt hij de meest wonderlijke dingen mee. Urenlang, weet u, hij bedenkt dat allemaal zelf. Hij ziet het in zijn hoofd, zegt ie dan. Die moeder die zei dat ik u moest bellen had het over ‘in plaatjes denken’.” Ze keek me vragend aan. Ik knikte. “Ja, dat kan heel goed zijn als ik u zo beluister.”

Beelddenker

Ze liet het woord een paar keer vallen, proefde het op haar tong. “Ik vind dat toch zo’n mooi woord hè”, zei ze tenslotte. “Maar de juf zei dat ze daar niks van geloofde. Dat bestond helemaal niet. Dus hield ik mijn mond maar weer, zij zou het wel weten, toch? En zo’n speciale juf die wel eens met hem werkt zei ook dat het niet voorkwam op hun lijst van leerstoringen, dus daar deden ze niets mee.” Ze stookte de houtkachel op. Met de pook in haar handen bleef ze in het midden van de kamer staan. “Hij weet ook precies wanneer het niet goed gaat met mij. Dat voelt hij gewoon, ook al probeer ik het niet te laten merken.” De verse houtblokken knetterden. Ze liep naar het raam. “Het ergste is nog dat ik me zo dom voel tegenover die juffies allemaal. Ik weet gewoon soms niet wat ik moet zeggen. Maar dat ‘beelddenken’ waar je het over hebt”, een subtiele overgang van u naar jij, “dat is een nieuwe storing?” 

right vs left brain

Talent

“Het is een talent, geen storing, geen afwijking, geen ziekte. Het is een talent.” Zo vanzelfsprekend voor mij om te zeggen, zo volledig nieuw voor haar. 

“Een talent”, zei ze met een diepe zucht, “ik wist het. Maar ik had er geen woorden voor. Dus hij heeft helemaal geen probleem?” Ze rechtte haar rug. Haar hoofd schuin, haar uitdrukking een combinatie van nog wat ongeloof en verbazing.

“Nee, als hij in plaatjes denkt heeft hij inderdaad geen probleem. De leerkracht heeft een probleem. Hij leert anders, niet beter of slechter, alleen anders.” 

Dragon flyHaar schouders zakten even in.  De houtkachel snorde. Buiten verdreef de zon de mist in flarden. De koeien kregen weer poten. Fluisterend; “Dat ga ik ze nooit durven vertellen”.

Ik liet  de nadenkende stilte bestaan.

Ze richtte zich op, deed een pluk haar achter een oor, knikte in zichzelf. In haar ogen verscheen langzaam, wat ik altijd de tijgermoeder-blik noem. ” Maar ik ga het wel doen! Ik weet gewoon dat er niks mis is met mijn kind. Ze zullen naar me luisteren!”

Ze hebben naar haar geluisterd, inmiddels. Samen vonden we de woorden. We werden niet gehoord. Samen vonden we een andere school. Moeders zijn de beste deskundigen uiteindelijk. Zij aan zij, tot elk kind gehoord en gezien wordt.

 

Over Maarten Smit

Maarten Smit | Schrijver | Beelddenker | Ondernemer | GoStudent bijlesdocent | 06 3404 5962 | Mirtos | Crete | Werk is waar mijn laptop staat [UA-39119863-1]
Dit bericht is geplaatst in Beelddenken met de tags , , , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.