Weerstand
Hij zat verkrampt voor me. Schouders omhoog. Zelfs zijn stem klonk geforceerd, benauwd. Een diepe frons tussen zijn ogen. Geen glimlach op zijn gezicht, geen lach in zijn ogen. Zijn hele 9 jarige lijf als een gespannen boog stil op de stoel. De antwoorden waren uiterst bedachtzaam en kwamen mij gekunsteld over. Het was niet de bekende uitgebreide woordenschat van een hoogbegaafd kind. Het leek wel of de woorden niet van hem waren. Een nuance verschil. En toch. Op dat moment nam mijn intuïtie het over. Hij sprak de taal van zijn opvoeders. Hij zei wat hij dacht dat wij wilden horen. Hij verkrampte om gedrag te laten zien waarvan hij gemerkt had dat het gewaardeerd werd. Door anderen. Hij gedroeg zich zoals hij ontdekt had dat van hem verwacht werd. Door anderen.
Spiegel
Toen ik hem voldoende gespiegeld had, het deed zelfs pijn in mijn eigen lijf, ging ik me gedragen als beelddenker, als mezelf en dan uitvergroot. Heen en weer lopend met veel gebaren vertelde ik hoe je als beelddenker alles wat er gebeurt omzet in plaatjes. Dat je tussen de beelden zoekt naar het juiste antwoord op een vraag en dat dan eerst moet vertalen naar woorden. Dat je vanuit een helikopter de wereld bekijkt en daardoor snel overzicht hebt maar wel hier en daar details mist. Dat bewegen onze manier van concentreren is en dat we zo ook beter leren en onthouden, door te bewegen, te doen, te voelen met al onze zintuigen. Dat we op een andere manier luisteren. Dat we soms van de hak op de tak springen als een nieuw beeld ons afleidt.
Ik ging weer zitten en keek hem aan. Met glanzende ogen, ondanks de afkeuring op het gezicht van zijn moeder, keek hij terug en vroeg; “En ik zou dat ook allemaal zijn?”
“Je mag je linkervoet wel bewegen”, zei ik alleen maar.
Hij ontspande, even, met een glimlach. “Hoe wist je dat?” Hij schudde zijn been heen en weer, wiebelde op zijn stoel, keek naar zijn ouders en schoof weer terug in de kramp.
“Hoe gaat het op school?” Ik vroeg het in het algemeen.
“Goed”, antwoordde moeder. “Slecht”, antwoordde hij. Tegelijkertijd.
“Hoe slaap je?
“Goed”, antwoordde moeder. “Slecht”, antwoordde hij. Tegelijkertijd.
Ze keken elkaar verbaasd aan.
Loyaliteit
“Sorry”, fluisterde hij, “het gaat eigenlijk best goed natuurlijk”.
“Dat wou ik ook zeggen”, bromde de verontwaardigde moeder, “wij houden niet van klagen.” Vader probeerde het nog; “Hij slaapt wel onrustig als hij bij mij is en komt wel eens erg verdrietig uit school.” Moeder keek omhoog, haar mond een strakke streep, de armen over elkaar. Hij keek van zijn vader naar zijn moeder en naar mij, niet wetend of hij partij zou kiezen en besloot naar het toilet te vluchten.
“Het is duidelijk dat u niets voor onze zoon kunt doen”, sprak moeder tenslotte terwijl ze opstond en mij een hand gaf. De vader beloofde nog contact op te zullen nemen.
Terwijl ik mijn fiets van het slot haalde kwam hij op zijn kousen nog even naar buiten. Gaf me een lange handdruk en zei; “Ik denk dat mijn moeder gewoon niet zo van beelddenkers houdt. Kom je nog wel een keertje terug?” Ik beloofde het. “Dag hoor”, en weg was hij.
Beelddenkers hebben uiterst nauwkeurige ontvangers waarmee ze feilloos registreren wat de ander voelt. Hoewel het lang niet altijd gezien en al helemaal niet begrepen wordt, thuis en op school, zoekt de beelddenker vanuit zijn beeldende binnenwereld verbinding met ons op zijn manier. Als we dat niet willen zien, ontzeggen we hem de verbinding met zichzelf en wordt hij ons, een vals evenbeeld waar hij op latere leeftijd heel veel last van kan hebben. Vanuit ons patroon om onze verwachtingen op te leggen in plaats van zijn uniekheid te zien, te horen en te erkennen. Zodra er dan ook nog een loyaliteitsconflict speelt is de maskerade compleet en gaat hij steeds meer van zichzelf af. Maar de omgeving is tenminste tevreden….
We dragen de grote verantwoordelijkheid om moedig onszelf te durven zijn en een veilige omgeving te maken waarin het kind dat ook mag en kan. We zullen ons moeten verdiepen in de rijke binnenwereld van de beelddenkers om contact te kunnen maken. Uiteindelijk is dat makkelijker dan al die volwassenen te repareren.
N.B In overleg met de vader is er alsnog een traject gekomen en mocht ik na een nieuw lang gesprek met alleen zijn moeder haar doorverwijzen.