Beelddenker en gelukkig regent het vaak in nederland

Regende het maar, zodat zij met elkaar, lopen konden, onder moeders paraplu. (Herman van Veen) 

Ooit brak ik met geweld uit de zwaar beveiligde antieke kast. In militaire dienst was het Roze Front net aan zijn eerste jaar bezig. Ik was uitschot en vond dat heel normaal. Je werd er hard van, zeiden we tegen elkaar. De blauwe plekken staken mooi af tegen het legergroen. Eretekens. Mijn eerste roze zaterdag in Amersfoort eindigde op de eerste hulp. Men gooide openlijk stenen naar het groepje homo’s wat demonstreerde om het recht er te mogen zijn. Als we in Apeldoorn hand in hand uit de kroeg rolden om of de nachtbus te halen of een taxi te nemen belanden we regelmatig in de parkvijver. Het hoorde er zo bij. Waren we met veel dan sloegen we terug, was ik alleen dan was ik blij dat ik goed kon rennen. In Amsterdam, tot zo’n 10 jaar terug, werd het iets makkelijker. Size matters. We waren daar met veel, altijd en overal. Zichtbaar, strijdbaar, trots. Ons eigen monument. We waren daar met veel, altijd en overal, alert, kwetsbaar, behoedzaam. Aangifte doen? Ha, ze zagen je komen op de Warmoes. Dus, hup, met z’n allen aan de zelfverdediging. Lichaamshouding, lichaamstaal, daar waren we dan wel weer goed in. Maar als je dan weer eens je mond niet kon houden en op straat tegen een ‘echte’ vent zei dat die schoenen echt niet meer konden, tja, dan incasseerde je of je trok een sprintje. Valse loeders werden we, met vaak dodelijke humor, om te overleven en dat werkte wel, inclusief onze goddelijke lichaamstaal natuurlijk. 

homophobiaEr is niet zo heel veel veranderd. In veel plaatsen in Nederland mag je op zondag nog steeds niet homoseksueel doen, laat staan zijn. Als je het dan wel mag zijn, dan liever maar niet doen en al helemaal niet zichtbaar. We blijven een ieder voor zich volkje waarin afhankelijkheid, oei, vies woord is. Vooral niet de verbinding aangaan. We blijven een calvinistische cultuur, waarin sowieso uitingen van affectie op straat niet op prijs worden gesteld van wie dan ook. Tenzij je een schattige on-gelabelde kleuter bent van liefst een jong ambitieus blank hetero stel, dan wil men nog wel eens vertederd glimlachen. Zolang Tante Bep driehoog achter schreeuwt dat we zulke lieve jongens zijn en mensen om het hardst roepen dat ze ook homo’s onder hun vrienden hebben is er sprake van een rare schijntolerantie. Het heeft nog steeds geen bodem en daarom gebeurt er wat er gebeurt en herhaalt de geschiedenis zich keer op keer.  

– By the way, ik heb hele lieve aardige hetero’s onder mijn vrienden hoor. O, en bi’s ook, ja voor ik iemand beledig. Ja, trans-genders ook trouwens. Zijn ook reuze lief. En leuk. Dat we daar even duidelijk over zijn he. Ik accepteer ze allemaal hoor. Dat je dat weet. –

Zolang ze niet op straat lopen tongen dan natuurlijk.

Maar als ik jouw hand pak, mag je hopen dat het pijpenstelen regent, zodat wij ongezien kunnen lopen onder moeders paraplu. Wel een flinke dan, kun je er altijd nog mee meppen, mocht het nodig zijn. Met de punt? Of juist met het zware handvat? Decisions, decisions. Laat ik wel m’n Gucci-parapluie thuis, ook zo zonde als daar tandafdrukken in komen te staan. 

Over Maarten Smit

Maarten Smit | Schrijver | Beelddenker | Ondernemer | GoStudent bijlesdocent | 06 3404 5962 | Mirtos | Crete | Werk is waar mijn laptop staat [UA-39119863-1]
Dit bericht is geplaatst in Maatschappij met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.