Met de klas naar gym.
Een hele onderneming. Soms zelfs een eind van de school af. Netjes lopen in de rij, twee aan twee, in stilte en vooral geen plezier hebben aan het even buiten zijn. Het omkleden. Dat kan sneller en vooral stiller! Balspel vandaag. In twee teams. Bij het woord alleen al zakte je door de grond. Ja hoor, de twee stoerste jongens van de klas mochten de teams samenstellen. Tergend langzaam kozen ze hun team tot jij overbleef. Klinkt dat bekend in de oren? Het zou bij wet verboden moeten worden om kinderen hieraan te onderwerpen. Nog steeds zijn er leerkrachten die zo de gymles beginnen. In elke vorm van onderwijs. Het is juist op dat moment dat pesten begint, gelegitimeerd wordt en dus te voorkomen is.
Ruimte
Het huis was ruim, licht, erg ruim, met deuren die open zoefden als je er maar naar wees. Warme kleuren, een combinatie van klassiek en modern en opvallend veel ruimte overal. De moeder had gevraagd om een intake omdat de omgeving problemen zou hebben met het gedrag van haar zoon. Laten we hem Lars noemen. Meer wist ik eigenlijk niet. Hoefde ook niet. Dat heeft wel een paar jaar geduurd voor ik zo blanco en open naar een gezin toe durfde stappen. Nu wil ik niet anders meer. Pas na het derde zachte maar dwingende verzoek van zijn moeder deed hij zijn oortjes uit en legde zijn tablet naast zich neer. Zijn gezicht leek mij op onverschillig te staan, zijn ogen nieuwsgierig. ‘Wat kom ik hier doen, volgens jou?’ Zijn nieuwsgierigheid was gewekt. ‘Geen idee eigenlijk’, zei hij en ging rechtop zitten; wat kom je hier doen?’ Hij speelde de bal goed terug. ‘Het schijnt dat er mensen zijn die problemen hebben met jouw gedrag.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Die stomme juf zeker weer.’ ‘Hoe stom is jouw juf Lars?’ Hij grijnsde. ‘Zo verschrikkelijk stom. Heel, heel erg streng. En als ze iets fout heeft dan wil ze dat niet toegeven. En ze lijkt altijd wel boos of zo.’
‘Je mag ook niet schreeuwen in de klas’, bracht zijn moeder in. Je mag ook niet schreeuwen in de klas, brouwde hij zijn moeder na. ‘Ik moet wel schreeuwen anders hoort ze me niet!’ Zijn volume ging omhoog. Zijn moeder leek in elkaar te duiken.
‘De juf hoort jou niet?‘
‘Nee! Ik denk dat ze me gewoon niet aardig vindt omdat ik alles al kan. Nou ik vind haar ook niet aardig.’ ‘Wat lijkt me dat heerlijk als je ALLES kan’, ik provoceerde hem, met een grote glimlach. Zijn ogen schoten vuur tot hij de lach op mijn gezicht zag. Hij viel terug in de bank, zijn armen stijf over elkaar, zijn mond een strakke streep. De stilte duurde. Moeder koos ervoor op dat moment de vaatwasser luidruchtig leeg te gaan ruimen. Ik volgde haar met mijn ogen en zag dat er behalve de vaatwasser alleen maar lege ruimte was onder het hele lange aanrecht. Er begon me iets te dagen.
‘Het is niet altijd leuk hoor om alles te kunnen.’
Hij kwam overeind en ging rond de tafel lopen. Zijn handen gebald in zijn broekzakken. ‘Want dan denken ze ook dat je echt alles kan.’ Een verdwaalde knuffel werd voetbal. ‘En dat je ook echt alles maar moet kunnen.’ De boekenkast moest het nu ontgelden. ‘En dat het allemaal maar makkelijk is.’ Hij viel voorover op de bank, zijn gezicht in de kussens.
Zijn moeder stond halverwege de huiskamer met de theedoek doelloos in haar hand.
‘En je krijgt ook nooit eens hulp’, klonk het gesmoord.’
Hulp vragen
‘Dan moet je om hulp vragen Lars’, zei zijn moeder zacht. Hij draaide zich om, keek zijn moeder woest aan en riep; ‘Ik kan het toch allemaal zelf, want i k kan tenminste lopen, dat zeg jij altijd’. Hij rende door de open zoevende deuren de kamer uit. Zijn moeder leek hierdoor uiterst gekwetst. Ze zakte op de bank, theedoek werd zakdoek. Na de tranen kwam het verhaal. Ze had nog een zoon, zwaar gehandicapt in een rolstoel, wat de ruimte in het het volledig aangepaste huis verklaarde. De broers hielden veel van elkaar en brachten veel tijd met elkaar door maar het trok wel een wissel op het gezin. Overdag was hij inmiddels naar een opvang in de buurt en binnenkort zou hij alleen nog maar de weekends thuiskomen. Ze hadden misschien wel minder oog voor Lars gehad, nu ze erover nadacht. Alle aandacht en zorg ging naar hun oudste. Tot de juf haar aansprak over Lars’ driftbuien in de klas.
‘Het kan verklaren dat hij op school geen hulp durft of kan vragen. Het kan ook zijn dat hij denkt alles te moeten weten. Hulp vragen betekent dat je iets niet weet of niet kan en misschien is dat moeilijk om toe te geven. Maar er zit meer onder volgens mij.’ Het was weer een spiegel, hulp vragen en ontvangen is wat je noemt een ontwikkelpunt voor mij.
Na verloop van tijd kwam Lars schoorvoetend naar beneden. Hij kroop tegen zijn moeder aan. ‘Ik weet het ook allemaal niet’, zei hij zacht, ‘soms zitten er zoveel donderwolken in mijn hoofd dan kan ik alleen maar heel hard wegrennen. Of heel erg boos worden.’
‘Wanneer heb je die donderwolken niet?’
‘Bij de meester ’s middags’, antwoordde hij meteen. ‘Hoe komt dat denk je?’ Hij dacht er even over na; ‘Omdat we dan uh, hetzelfde zijn of zo. Daar vinden ze me niet stom.’ Hij zat een aantal middagen in de plusklas van een naburige school. Blijkbaar kon hij daar meer zichzelf zijn.
‘Wanneer zijn de donderwolken het grootst?’ Hij draaide zijn hoofd weg, dacht diep na. Zocht hij het antwoord of dacht hij na of hij het antwoord wel zou geven? Met horten en stoten, met grommen en snikken kwam tenslotte zijn hele verhaal er uit. Over de gymlessen van de juf. Dat ze bij balspelen teams moesten kiezen. Dat hij nooit mocht kiezen en altijd als laatste gekozen werd. Dat hij nooit gevraagd werd op verjaardagsfeestjes en dat hij in de pauze zich vaak verstopte omdat hij toch nooit mee mocht spelen. ‘Je wordt dus gepest in de klas en op school. En het is voor het eerst dat je dit vertelt?’ Hij zuchtte en knikte.
Herstellen
Het was een moeilijk verhaal geweest voor hem om te vertellen, vol schaamte omdat hij dacht dat het wel aan hem zou liggen. Tegelijk leek het of er een last van hem afviel. Hij had het idee opgevat dat hij als gezonde jongen die niet in een rolstoel zat, geen problemen mocht hebben en geen hulp mocht vragen.
Met liefde en goede bedoelingen waren er onbewust fouten gemaakt en konden we ze samen in een traject helen en herstellen.