
Na mijn ochtendschrijfritueel zit ik in mijn schrijfkamer en lees over Griekse mythologie. De deuren staan open, mijn voeten worden verwarmd door de eerste zonnestralen, mijn kat ligt op schoot. Het lijkt een zomerse dag te worden in dit verder kille jaar. Ik kijk af en toe naar ‘mijn’ boom en de voorbijdrijvende wolken, nip aan mijn hete, zoete koffie en mijmer over de kerkklokken van Mirtos. Juist nu op Maria Hemelvaart, wat heel Griekenland uitbundig viert. Dat snerpende gebeier ergens rond half zeven ’s ochtends. Als ik daar ben zit ik altijd rechtovereind in bed om mij onmiddellijk te realiseren dat het vakantie is en dat ik mij nog heerlijk een uurtje om kan draaien. Tot de volgende klokken de stilte verbreken. Oorstrelende vakantiegeluiden.

Hoe anders hier in de zondagochtendstilte. Vanaf half negen beginnen uit alle hoeken de vooral protestantse klokken irritant te klepperen. Geboren en wonend in de biblebelt associeer ik dat nog steeds met het sektarisch conservatisme van toen. Waarin ik geregeerd werd door hel en verdoemenis. Twee keer elke zondag weer in een muffe kerk zingen op hele noten en luisteren naar een klagende stem. Mentale zweepslagen voor de nietige zondaars.
Het zijn klokken.
In Mirtos en Veenendaal.
Niet meer, niet minder.
Het zijn mijn associaties, herinneringen en verlangens (nog zes weken!) waardoor ik de ene anders laat klinken dan de andere. Hoogstens een trigger om me te laten weten waar ik vandaan kom en welke lange weg ik heb afgelegd om te kunnen zijn wie ik ben. Vooral een associatie met een heerlijk dorp ver weg in de zon, toch zo dichtbij.
Want daar is de nieuwsbrief uit Villa Mertiza met een link naar Mirtos, de movie uit 2011. Er verandert weinig in dit oer Griekse dorp, kleine dingen ten goede. Het beeld klopt nog grotendeels. Oortjes in en kijken en luisteren.
Tot de zon mijn gezicht heeft bereikt en de zondagochtendrust weer is hersteld in hoofd en hart.
