Test

Hoe meer vragen je met ja beantwoord hoe groter de kans dat je een beelddenker bent en dus visueel ingesteld. ( pdf test-beelddenken)

 

  1. Makkelijk afgeleid.
  2. Kan goed puzzelen.
  3. Kijkt veel tv/tablet/spelcomputer.
  4. Goed in constructiespeelgoed.
  5. Levendige verbeelding, opgaan in fantasiewereld.
  6. Instructies moeten vaak herhaald worden voordat taken worden uitgevoerd.
  7. Laat leren lopen.
  8. Veel wiebelen en bewegingsonrust.
  9. Eerst doen, dan denken, impulsief.
  10. In een groep eerst de kat uit de boom kijken maar dan soms overweldigend aanwezig.
  11. Zwart-wit denker.
  12. Perfectionistisch, niet graag falen.
  13. Gevoelig voor kritiek.
  14. Slechte verliezer.
  15. Herinnering gebeurtenissen in detail. Ook van jaren geleden.
  16. Problemen met vasthouden pen, slecht handschrift.
  17. Allergisch, astmatisch, vaak oorontsteking.
  18. Eigen gevoel voor humor. 
  19. Woordspelingen, eigen taalgebruik.
  20. Duidelijke voorkeur kleding (bijv. zacht, etiketten eruit)
  21. Organisatorisch gehandicapt, slechte planner
  22. Lost problemen op ongebruikelijke wijze op.
  23. Weet dingen zonder in staat te zijn precies uit te legen hoe.
  24. Herinnert wat gezien is en vergeet wat verteld is/
  25. Slecht in spelling.
  26. Geen tijdsbesef en zelfs verlies van bewustzijn van tijd.
  27. Goede kaartlezer. 
  28. Moeite met mondelinge aanwijzingen.
  29. Voelt moeiteloos aan wat anderen voelen.
  30. Muzikaal, artistiek en/of mechanisch aangelegd. 
  31. Meer weten dan anderen denken. 
  32. Niet graag in de belangstelling staan, moeite met voor een groep staan.
  33. Slimmer bij het ouder worden.
  34. Omhoog kijken bij het beantwoorden van vragen.
  35. Wil top-down leren; heeft totaalbeeld nodig om het te snappen.
  36. Moeite met automatiseren.
  37. Legt makkelijk verbanden. 
  38. Gevoelig voor de houding van een opvoeder.
  39. Laatbloeier.
  40. Dagdromer.